Einde inhoudsopgave
Overeenkomst inzake Partnerschap en Samenwerking waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds
Artikel 53 Mededinging
Geldend
Geldend vanaf 01-02-1997
- Bronpublicatie:
24-06-1994, Trb. 1994, 268 (uitgifte: 12-12-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-1998, Trb. 1998, 66 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Partijen komen overeen, door de toepassing van hun mededingingsvoorschriften of anderszins, te bewerkstelligen dat beperkingen van de mededinging door ondernemingen of ten gevolge van overheidsmaatregelen, voor zover zij de handel tussen de Gemeenschap en Rusland ongunstig kunnen beïnvloeden, ongedaan worden gemaakt of worden opgeheven.
2.
Met het oog op de verwezenlijking van de in lid 1 genoemde doelstellingen:
- 2.1.
zorgen de Partijen ervoor dat zij over wetgeving beschikken ter bestrijding van mededingingsbeperkingen door de onder hun rechtsbevoegdheid vallende ondernemingen en op de naleving ervan toezien;
- 2.2.
zien de partijen af van het verlenen van steun voor de uitvoer ter begunstiging van bepaalde ondernemingen of van de vervaardiging van produkten welke geen basisprodukten zijn. De Partijen verklaren zich bovendien bereid met ingang van het derde jaar na de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst met betrekking tot andere steunmaatregelen die de mededinging vervalsen of dreigen te vervalsen en voor zover zij de handel tussen de Gemeenschap en Rusland ongunstig beïnvloeden, strenge voorschriften in te voeren, met inbegrip van een volledig verbod op bepaalde steunmaatregelen. Zij definiëren gezamenlijk deze verschillende categorieën steunmaatregelen en de op ieder daarvan toepasselijke voorschriften binnen een termijn van drie jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst.
De ene Partij verstrekt de andere op haar verzoek informatie over haar steunprogramma's of over bepaalde afzonderlijke gevallen van staatssteun;
- 2.3.
kan Rusland gedurende een overgangsperiode die vijf jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst afloopt, maatregelen nemen die in strijd zijn met de tweede zin van lid 2, punt 2, op voorwaarde dat deze maatregelen worden ingevoerd en toegepast in de in bijlage 9 bedoelde omstandigheden;
- 2.4.
verklaren de Partijen zich met betrekking tot de staatsmonopolies van commerciële aard bereid vanaf het derde jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst erop toe te zien dat niet wordt gediscrimineerd tussen onderdanen en vennootschappen van de Partijen met betrekking tot de voorwaarden waaronder goederen worden aangeschaft of verkocht;
verklaren de Partijen zich met betrekking tot de overheidsondernemingen of ondernemingen waaraan de Lid-Staten of Rusland exclusieve rechten toekennen, bereid vanaf het derde jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst erop toe te zien dat geen maatregelen worden vastgesteld of gehandhaafd die voor de respectieve belangen van de Partijen nadelige distorsies van de handel tussen de Gemeenschap en Rusland tot gevolg hebben; deze bepaling vormt geen juridische of feitelijke belemmering voor de vervulling van de aan bedoelde ondernemingen opgedragen bijzondere taken;
- 2.5.
kan de in lid 2, punten 2 en 4, genoemde termijn in onderlinge overeenstemming tussen de Partijen worden verlengd.
3.
Op verzoek van de Gemeenschap of Rusland kan binnen het Samenwerkingscomité overleg plaatshebben over de in leden 1 en 2 bedoelde beperkingen of vervalsing van de mededinging en over het doen naleven van de mededingingsvoorschriften, met inachtneming van de wettelijke beperkingen betreffende de bekendmaking van gegevens, de vertrouwelijkheid van informatie en het bedrijfsgeheim. Het overleg kan eveneens betrekking hebben op problemen in verband met de uitlegging van de leden 1 en 2.
4.
De Partij met ervaring op het gebied van de toepassing van mededingingsvoorschriften stelt alles in het werk om de andere Partij, op haar verzoek en binnen de grenzen van de beschikbare middelen, technische bijstand te verlenen met betrekking tot de uitwerking en tenuitvoerlegging van mededingingsvoorschriften.
5.
Bovenstaande bepalingen doen op geen enkele wijze afbreuk aan de rechten van een Partij om afdoende maatregelen, en met name die bedoeld in artikel 18, te nemen met betrekking tot distorsies van de handel.