NJ 2017/43
Klaagschrift tegen kennisneming van kopieën van onder advocaat inbeslaggenomen gegevensdragers; rechtbank had moeten aanhouden in afwachting van oordeel R-C omtrent beroep op verschoningsrecht.
HR 08-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2537, m.nt. F. Vellinga-Schootstra
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 november 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, E.F. Faase
- Zaaknummer
16/02397
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
F. Vellinga-Schootstra
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124284:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2537, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1090, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑07‑2016
- Wetingang
Essentie
Klaagschrift gericht tegen het gebruik van onder een verschoningsgerechtigde (advocaat) inbeslaggenomen gegevensdragers en kennisneming van de inhoud van de gemaakte kopieën. Het gebruik van gegevensdragers ten behoeve van het vastleggen van gegevens in het belang van het onderzoek is niet in strijd met het recht. Nu klager met betrekking tot de gegevens die op de inbeslaggenomen gegevensdragers zijn opgeslagen zich op zijn verschoningsrecht heeft beroepen en de R-C daaromtrent (nog) niet heeft beslist, had de rechtbank de behandeling van het klaagschrift dienen aan te houden en de stukken in handen van de R-C moeten stellen teneinde een beschikking te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.