Einde inhoudsopgave
Wet publieke gezondheid
Artikel 6b [Nadere regelgeving vaccinatieprogramma]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Redactionele toelichting
Lid 3 t/m 7 zijn in werking getreden.
- Bronpublicatie:
29-05-2017, Stb. 2017, 258 (uitgifte: 20-06-2017, kamerstukken: 34472)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-2017, Stb. 2017, 472 (uitgifte: 13-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Corona (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Openbare orde en veiligheid / Crisismanagement
1.
Bij algemene maatregel van bestuur wordt een vaccinatieprogramma vastgesteld, waarin wordt opgenomen welke groepen voor welke vaccinaties in aanmerking komen. Voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba kan een afwijkend aanbod worden opgenomen.
2.
Onze Minister draagt via het RIVM zorg voor de regie op en de coördinatie van de uitvoering, alsmede de registratie, bewaking en evaluatie van het vaccinatieprogramma.
3.
Het college van burgemeester en wethouders draagt mede zorg voor het deel van het vaccinatieprogramma dat daartoe bij algemene maatregel van bestuur is aangewezen. Het college draagt ervoor zorg dat deze wordt uitgevoerd door de organisatie, of onder verantwoordelijkheid van die organisatie, die voor het college de jeugdgezondheidszorg, bedoeld in artikel 5, uitvoert.
4.
Het college van burgemeester en wethouders past bij de uitvoering van het vaccinatieprogramma de vaccins toe die door of vanwege het RIVM worden verstrekt. De vaccins blijven eigendom van het RIVM tot het moment van toediening.
5.
Het college van burgemeester en wethouders draagt ervoor zorg dat aan het RIVM ten behoeve van de taken van het RIVM, bedoeld in het tweede lid, wordt gemeld welke organisatie voor de gemeente uitvoering geeft aan de vaccinaties.
6.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor de kwalitatieve en programmatische uitvoering van het deel van het vaccinatieprogramma, bedoeld in het derde lid. Voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba kunnen voor de programmatische uitvoering afwijkende regels worden gesteld.
7.
De voordracht voor een krachtens het zesde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.