Prg. 2016/85
Een hogere voorziening tegen de beslissing tot het toepassen van de hardheidsclausule is wettelijk uitgesloten. Ieder beroep op een doorbrekingsgrond is per definitie kansloos.
HR 22-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:100
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 januari 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot
- Zaaknummer
14/05057
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:100, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑01‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2014, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑09‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑08‑2014
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Kan succesvol in cassatie worden geklaagd over toepassing hardheidsclausule inzake te late betaling van griffierecht?
Nee. Hogere voorziening tegen dergelijk oordeel is wettelijk uitgesloten, terwijl ook ieder beroep op doorbrekingsgrond per definitie kansloos is.
Samenvatting
Aerdenburgh Holding BV komt onder meer op tegen het oordeel van het hof dat verweerders ontvankelijk zijn in hun hoger beroep ondanks dat zij het griffierecht te laat hebben betaald. Tegen een dergelijk oordeel staat ex art. 127a lid 4 Rv geen hogere voorziening open. Aerdenburgh stelt echter dat het hof een fundamenteel rechtsbeginsel heeft geschonden door haar niet te horen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.