NJ 2009, 361
Verzoek ex art. 17 Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN). 'Derde generatie'-bepaling van art. 3 lid 3 (oud) RWN: ook toepasselijk bij postnatale erkenning?
HR 10-07-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI1122
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 juli 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
08/02921
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BI1122
- JCDI
JCDI:ADS96306:1
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BI1122, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑07‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI1122, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑04‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑07‑2008
- Wetingang
RWNart. 1 (oud), art. 3 (oud), art. 4 (oud), art. 17
Essentie
Verzoek ex art. 17 Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN). 'Derde generatie'-bepaling van art. 3 lid 3 (oud) RWN: ook toepasselijk bij postnatale erkenning?
Aan art. 3 lid 3 (oud) RWN, dat van rechtswege het Nederlanderschap verbindt aan de hoedanigheid van kind van een ten tijde van zijn geboorte in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba wonende vader of moeder die zelf geboren is uit een in één van die landen wonende moeder, ligt de gedachte ten grondslag dat kinderen van de derde generatie een reële band met Nederland hebben en dat voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.