V-N 2021/46.10
Terechte navordering successierecht bij nieuwe erfgenaam na procedure over vaderschap
HR (Parket) 17-09-2021, ECLI:NL:PHR:2021:835, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
17 september 2021
- Zaaknummer
21/00232
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS392480:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Schenk- en erfbelasting / Algemeen
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:661, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:835, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 17‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑01‑2021
- Wetingang
Essentie
A-G IJzerman is van mening dat de zoon door de uitkomst van de civiele procedure met terugwerkende kracht erfgenaam is geworden en dat dit doorwerkt naar het successierecht. De waarde van de verkrijging op het moment van overlijden van de vader is dus bepalend.
Samenvatting
Erflater A overlijdt in 2008 en laat als erfgenamen zijn echtgenote en dochter achter. De civiele rechter beslist in 2014 dat hij ook de biologische vader is van zoon X. Hierdoor is X ook erfgenaam van A. De aanslagen successierecht die aan de andere erfgenamen zijn opgelegd, worden daarom op verzoek van deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.