Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/18/EG vaststelling grondbeginselen voor het onderzoek van ongevallen in de zeescheepvaartsector
Artikel 4 Status van een veiligheidsonderzoek
Geldend
Geldend vanaf 17-06-2009
- Bronpublicatie:
23-04-2009, PbEU 2009, L 131 (uitgifte: 28-05-2009, regelingnummer: 2009/18/EG)
- Inwerkingtreding
17-06-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-04-2009, PbEU 2009, L 131 (uitgifte: 28-05-2009, regelingnummer: 2009/18/EG)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Vervoersrecht / Zeevervoer
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De lidstaten stellen overeenkomstig hun rechtsstelsel de juridische status van het onderzoek zo vast dat het veiligheidsonderzoek zo doeltreffend en zo snel mogelijk kan worden verricht.
In overeenstemming met hun wetgeving en, in voorkomend geval, door samenwerking met de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het gerechtelijk onderzoek, zorgen de lidstaten ervoor dat veiligheidsonderzoeken:
- a)
onafhankelijk van strafrechtelijke of andere parallelle onderzoeken ter bepaling van de aansprakelijkheid of de beantwoording van de schuldvraag worden verricht, en
- b)
niet als gevolg van dergelijke onderzoeken onrechtmatig worden belet, opgeschort of vertraagd.
2.
De door de lidstaten vast te stellen voorschriften bevatten, overeenkomstig het in artikel 10 bedoelde raamwerk voor permanente samenwerking, bepalingen die voorzien in de mogelijkheid van:
- a)
samenwerking en wederzijdse bijstand bij een door een andere lidstaat geleid veiligheidsonderzoek of delegatie van de leiding van een dergelijk onderzoek aan een andere lidstaat overeenkomstig artikel 7, en
- b)
coördinatie van de activiteiten van hun respectieve onderzoeksinstanties, voor zover dit noodzakelijk is om de doelstellingen van deze richtlijn te verwezenlijken.