NJ 2017/152
Geen ontneming van uit sociale zekerheidsfraude verkregen wederrechtelijk voordeel als de sociale dienst van zijn terugvorderingsbevoegdheid gebruik maakt.
HR 21-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:477
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 maart 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
16/02600
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124302:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Sociale zekerheid
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:477, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:164, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑01‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑08‑2016
- Wetingang
Art. 36e Sr; art. 79 RO; Aanwijzing Ontneming (oud); Aanwijzing afpakken (2013A021)
Essentie
Geen ontneming van uit sociale zekerheidsfraude verkregen wederrechtelijk voordeel ingeval de sociale dienst van zijn terugvorderingsbevoegdheid gebruik maakt.
De regels die zijn vervat in de Aanwijzing Ontneming moeten worden beschouwd als recht in de zin van art. 79 RO. Zij binden het OM. Die aanwijzing houdt in dat uit sociale zekerheidsfraude wederrechtelijk verkregen voordeel in beginsel niet wordt ontnomen op grond van art. 36e Sr, als de gemeentelijke sociale dienst van zijn terugvorderingsbevoegdheid gebruik heeft gemaakt. Anders dan het hof kennelijk als uitgangspunt heeft genomen houdt de aanwijzing niet in dat indien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.