Wet overlevering inzake oorlogsmisdrijven
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2003
- Bronpublicatie:
19-06-2003, Stb. 2003, 270 (uitgifte: 03-07-2003, kamerstukken: 28337)
- Inwerkingtreding
01-10-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-08-2003, Stb. 2003, 340 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
Wet van 19 mei 1954 tot overlevering inzake oorlogsmisdrijven
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de op 12 Augustus 1949 voor ondertekening opengestelde Verdragen van Genève onderscheidenlijk voor de verbetering van het lot der gewonden en zieken, zich bevindende bij de strijdkrachten te velde, voor de verbetering van het lot der gewonden, zieken en schipbreukelingen van de strijdkrachten ter zee, betreffende de behandeling van krijgsgevangenen, en betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd, wenselijk is een wettelijke voorziening te treffen met betrekking tot het aan andere Mogendheden ter berechting overleveren van personen, die verdacht worden van oorlogsmisdrijven;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: