RvdW 2015/1024
Maatstaf bij buiten toepassing laten art. 23 lid 2 t/m 5 Sv. Verschoningsrecht arts ten aanzien van niet onder arts zelf inbeslaggenomen document.
HR 22-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2783
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 september 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
14/05249
14/06137
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2783, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1828, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1823, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑02‑2015
- Wetingang
Essentie
1. De rechtbank heeft bij de beslissing geen toepassing te geven aan art. 23 lid 2 t/m 5 Sv (oproepen/horen procesdeelnemers in raadkamer) ten onrechte als maatstaf gehanteerd dat het onderzoek ‘nog volop gaande is’ en dat ‘in deze fase van de procedure naleving van de volkenrechtelijke verplichting prevaleert boven het belang van de betrokkenen om kennis te nemen van de vorderingen, het rechtshulpverzoek dat daaraan vooraf ging en de onderliggende stukken, alsmede om daaromtrent hun standpunten kenbaar te kunnen maken bij de behandeling in raadkamer’. De juiste maatstaf is o.g.v. art. 23 lid 6 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.