RvdW 2012/34
Devolutieve werking hoger beroep.
HR 23-12-2011, ECLI:NL:HR:2011:BT8449
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 december 2011
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, G. Snijders
- Zaaknummer
10/03947
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BT8449
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BT8449, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑12‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BT8449, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑10‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2010
- Wetingang
Rv art. 347
Essentie
Devolutieve werking hoger beroep.
Teneinde zijn draagkrachtverweer in hoger beroep opnieuw aan de orde te kunnen stellen, behoefde de man geen incidentele grief aan te voeren tegen de overweging van de rechtbank met betrekking tot zijn verdiencapaciteit nu deze overweging niet heeft geleid tot een voor hem nadelig dictum aangezien de rechtbank het verzoek van de vrouw om partneralimentatie heeft afgewezen.
Samenvatting
In deze echtscheidingsprocedure heeft de rechtbank bepaald dat verzoeker tot cassatie, de man, aan verweerster in cassatie, de vrouw, een kinderalimentatie van € 500 per maand dient te betalen. Naar het oordeel van de rechtbank had ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.