Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 654/2014 betreffende de uitoefening van de rechten van de Unie voor de toepassing en handhaving van de internationale handelsregels en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 3286/94 van de Raad tot vaststelling van communautaire procedures op het gebied van de gemeenschappelijke handelspolitiek met het oog op de handhaving van de rechten die de Gemeenschap ontleent aan internationale regelingen voor het handelsverkeer, in het bijzonder die welke onder auspiciën van de Wereldhandelsorganisatie werden vastgesteld
Artikel 3 Toepassingsgebied
Geldend
Geldend vanaf 13-02-2021
- Bronpublicatie:
10-02-2021, PbEU 2021, L 49 (uitgifte: 12-02-2021, regelingnummer: 2021/167)
- Inwerkingtreding
13-02-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-02-2021, PbEU 2021, L 49 (uitgifte: 12-02-2021, regelingnummer: 2021/167)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
Deze verordening is van toepassing:
- a)
na de uitspraak in handelsgeschillen overeenkomstig het WTO-memorandum van overeenstemming inzake de regels en procedures betreffende de beslechting van geschillen (Memorandum inzake Geschillenbeslechting van de WTO), wanneer aan de Unie toestemming is verleend om concessies of andere verplichtingen in het kader van multilaterale en plurilaterale overeenkomsten waarop het Memorandum inzake Geschillenbeslechting van de WTO van toepassing is, op te schorten;
- a bis)
na de verspreiding van een verslag van het WTO-panel waarin door de Unie ingestelde vorderingen geheel of gedeeltelijk worden toegewezen, indien een beroep op grond van artikel 17 van het memorandum inzake geschillenbeslechting van de WTO niet kan worden afgerond en het derde land niet heeft ingestemd met de instelling van een voorlopige voorziening in beroep overeenkomstig artikel 25 van het memorandum inzake geschillenbeslechting van de WTO;
- b)
na de uitspraak in handelsgeschillen in het kader van andere internationale handelsovereenkomsten, waaronder regionale of bilaterale overeenkomsten, wanneer de Unie het recht heeft om concessies of andere verplichtingen in het kader van dergelijke overeenkomsten op te schorten;
- b bis)
in handelsgeschillen over andere internationale handelsovereenkomsten, met inbegrip van regionale of bilaterale overeenkomsten, indien een uitspraak niet mogelijk is omdat het derde land niet de stappen onderneemt die nodig zijn om een geschillenbeslechtingsprocedure te laten functioneren, met inbegrip van het onnodig vertragen van de procedure, hetgeen neerkomt op niet-samenwerking in het proces;
- c)
om het evenwicht van concessies of andere verplichtingen te herstellen, een maatregel waartoe de toepassing van een vrijwaringsmaatregel door een derde land het recht kan verlenen overeenkomstig artikel 8 van de WTO-Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen of overeenkomstig de bepalingen inzake vrijwaring die zijn opgenomen in andere internationale handelsovereenkomsten, waaronder regionale of bilaterale overeenkomsten;
- d)
in geval van wijziging van concessies of verbintenissen door een WTO-lid overeenkomstig artikel XXVIII van de GATT 1994 of artikel XXI van de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS), indien geen compenserende regeling is overeengekomen en, wat diensten betreft, indien geen compenserende regeling wordt getroffen in overeenstemming met de bevindingen van de arbitrage overeenkomstig artikel XXI van de GATS.