Verordening (EEG) Nr. 4055/86 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer tussen de Lid-Staten onderling en tussen de Lid-Staten en derde landen
Verordening (EEG) Nr. 4055/86 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer tussen de Lid-Staten onderling en tussen de Lid-Staten en derde landen:Artikel 7
Verordening (EEG) Nr. 4055/86 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer tussen de Lid-Staten onderling en tussen de Lid-Staten en derde landen
Artikel 7
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-01-1987
- Bronpublicatie:
22-12-1986, PbEG 1986, L 378 (uitgifte: 31-12-1986, regelingnummer: 4055/86)
- Inwerkingtreding
01-01-1987
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-1986, PbEG 1986, L 378 (uitgifte: 31-12-1986, regelingnummer: 4055/86)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
De Raad kan in overeenstemming met de voorwaarden van het Verdrag besluiten de bepalingen van deze verordening uit te breiden tot onderdanen van een derde land die diensten inzake zeevervoer verrichten en in de Gemeenschap zijn gevestigd.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.