RvdW 2014/141
Het houden van een camera onder de scheidingswand van een afgesloten kleedhokje waarin een ontklede vrouw staat levert niet het misdrijf van art. 239 Sr op.
HR 17-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:2027
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 december 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, W.F. Groos, Y. Buruma
- Zaaknummer
13/00894
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:2027, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑12‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:1973, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑10‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑04‑2013
- Wetingang
Art. 139f lid 1, 239 Sr
Essentie
Vervolg op HR 14 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU5254, NJ 2012/504. Art. 239 Sr richt zich in de eerste plaats tegen ongevraagde en ongewenste seksueel getinte confrontatie met het menselijk lichaam of delen daarvan, het strekt niet ter bestrijding van schennis van de eerbaarheid door afbeelding of geschrift dan wel door het gesproken woord, zodat — kort gezegd — het doen van seksueel getinte uitlatingen niet onder art. 239 Sr kan worden gerubriceerd (HR 9 december 2003, ECLI:NL:HR:2003:AL8452, NJ 2004/273). Ook ‘het houden van een camera onder de scheidingswand ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.