FED 2015/35
Zesmaandsfictie is ontoereikend als zelfstandige boetegrondslag
HR 07-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3117, m.nt. E. Poelmann
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 november 2014
- Magistraten
Feteris, Koopman, Schaap, Fierstra, Wortel
- Zaaknummer
14/01595
- Noot
E. Poelmann
- JCDI
JCDI:ADS273784:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑11‑2014
ECLI:NL:HR:2014:3117, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑11‑2014
- Wetingang
Art. 6 EVRM
Essentie
Zesmaandsfictie is ontoereikend als zelfstandige boetegrondslag
Samenvatting
Overeenkomstig de expliciete parlementaire geschiedenis van de zesmaandsfictie van art. 30a Wet LB 1964 oordeelt de Hoge Raad dat voor wat betreft een samenhangende vergrijpboete die heffingsfictie niet betekent dat met voldoende mate van zekerheid vaststaat dat de inhoudingsplichtige gedurende die periode loon verschuldigd was, de daarover verschuldigde loonheffing niet op aangifte heeft voldaan, en ter zake daarvan opzet (of grove schuld) valt te verwijten.
Uitspraak
Het geschil betreft de naheffingsaanslagen in de loonbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven boetebeschikingen over de tijdvakken 2 augustus 2009 tot en met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.