RvdW 2013/739
Wet op de jeugdzorg (WJZ), art. 29c; voorlopige machtiging opname en verblijf jeugdige in inrichting voor gesloten jeugdzorg; wettelijke vereisten; vereiste van instemming gedragswetenschapper; uitzondering wegens onmogelijkheid feitelijk onderzoek?; omstandigheden van het geval; ingrijpende aard van de maatregel; art. 5 EVRM; ander onderzoek dan persoonlijk onderzoek jeugdige; motiveringsplicht rechter. Belang bij cassatieberoep hoewel geldigheidsduur maatregel is verstreken.
HR 31-05-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ5422
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
31 mei 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, M.A. Loth, G. Snijders, G. de Groot
- Zaaknummer
12/04455
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- LJN
BZ5422
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Jeugdzorg
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ5422, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑05‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ5422, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑09‑2012
- Wetingang
Essentie
Wet op de jeugdzorg (WJZ), art. 29c; voorlopige machtiging opname en verblijf jeugdige in inrichting voor gesloten jeugdzorg; wettelijke vereisten; vereiste van instemming gedragswetenschapper; uitzondering wegens onmogelijkheid feitelijk onderzoek?; omstandigheden van het geval; ingrijpende aard van de maatregel; art. 5 EVRM; ander onderzoek dan persoonlijk onderzoek jeugdige; motiveringsplicht rechter. Belang bij cassatieberoep hoewel geldigheidsduur maatregel is verstreken.
Hoewel de periode is verstreken waarvoor de voorlopige machtiging is verleend, behoort niet op die grond procesbelang te worden ontzegd.
Volgens art. 29c lid 4 WJZ is voor de verlening van een voorlopige machtiging ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.