Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit Lijfrenten
10 Leefvervoer verstrekt vanuit het UWV
Geldend
Geldend vanaf 23-12-2021
- Redactionele toelichting
Deze paragraaf is opnieuw ingevoegd. Paragraaf 10 (oud) vernummerd tot paragraaf 11.
- Bronpublicatie:
13-12-2021, Stcrt. 2021, 48029 (uitgifte: 22-12-2021, regelingnummer: 2021-22413)
- Inwerkingtreding
23-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2021, Stcrt. 2021, 48029 (uitgifte: 22-12-2021, regelingnummer: 2021-22413)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
Inkomstenbelasting / Uitgaven voor inkomensvoorzieningen
Leefvervoer is een voorziening gericht op vervoer van personen met een aandoening die nodig is voor persoonlijke activiteiten en deelname aan de maatschappij, zoals op bezoek gaan, winkelen, uitgaan en sporten. Hierbij kan worden gedacht aan vervoer per regio- of rolstoeltaxi, een aanpassing van de auto, een scootmobiel of zelfs een auto in bruikleen. Leefvervoer vormt voor de gerechtigde tot leefvervoer1. een belastbare publiekrechtelijke periodieke uitkering en verstrekking. De Wet IB 2001 voorziet echter in een vrijstelling van deze publiekrechtelijke periodieke uitkering en verstrekking2. indien de aanvraag via de gemeente verloopt3..
Genoemde vrijstelling ziet niet op de situatie waarin het leefvervoer vanuit het UWV wordt verstrekt. Het UWV kan op grond van socialezekerheidswetgeving met door de gemeente verstrekt leefvervoer toekennen. Deze privé-vervoerbehoefte wordt doorgaans door het UWV meegenomen bij een aanvraag voor de vervoersvoorziening die ziet op verkeer van en naar werk of onderwijs. Hiermee wordt beoogd dat een gerechtigde niet alsnog naar het Wmo-loket van de gemeente hoeft voor een separate indiening van een aanvraag voor leefvervoer. In tegenstelling tot leefvervoer dat is toegekend door de gemeente, is in de Wet IB 2001 geen vrijstelling opgenomen voor leefvervoer dat is toegekend door het UWV.
Het geschetste verschil in behandeling acht ik ongewenst. Een gerechtigde tot de vervoersvoorziening vanuit het UWV, gericht op vervoer van en naar werk of opleiding, wordt op deze wijze alsnog verplicht om langs twee instanties te gaan. Daarom keur ik vooruitlopend op een mogelijke wetswijziging het volgende goed. Daarbij maak ik wel het voorbehoud dat wanneer het parlement niet akkoord zou gaan met een desbetreffende wetswijziging, deze goedkeuring weer komt te vervallen, onder eerbiediging van tussentijds toegepaste vrijstellingen van periodieke uitkeringen en verstrekkingen inzake leefvervoer vanuit het UWV.
Goedkeuring
Ik keur goed dat een gerechtigde tot door het UWV toegekend leefvervoer aanspraak kan maken op een vrijstelling voor publiekrechtelijke uitkeringen en verstrekkingen van dat leefvervoer zoals is opgenomen in artikel 3.104 Wet IB 2001.