Einde inhoudsopgave
Penitentiaire beginselenwet
Artikel 46b [Geneeskundig behandelingsplan]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
24-01-2018, Stb. 2018, 37 (uitgifte: 16-02-2018, kamerstukken: 32399)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2019, Stb. 2019, 437 (uitgifte: 29-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Algemeen
1.
De directeur draagt zorg dat in overleg met de gedetineerde die in verband met zijn geestelijke gezondheidstoestand verblijft in een daartoe op grond van artikel 14 aangewezen afdeling of inrichting een geneeskundig behandelingsplan wordt vastgesteld.
2.
Het geneeskundig behandelingsplan is gericht op het zodanig wegnemen van het gevaar dat de psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap de gedetineerde doet veroorzaken dat de gedetineerde niet langer in verband met zijn geestelijke gezondheidstoestand in een daartoe krachtens artikel 14 aangewezen afdeling of inrichting behoeft te verblijven. Zo mogelijk geschiedt dit door het behandelen van de stoornis. Indien dit niet mogelijk is, geschiedt dit door het anderszins wegnemen van het gevaar.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de eisen waaraan een geneeskundig behandelingsplan tenminste moet voldoen en de voorschriften die bij een wijziging daarvan in acht genomen moeten worden.
4.
Alvorens het geneeskundig behandelingsplan wordt vastgesteld, wordt overleg gepleegd met
- a.
de curator indien de gedetineerde onder curatele is gesteld
- b.
de mentor, indien ten behoeve van de gedetineerde een mentorschap is ingesteld.