NJ 2022/80
Vervangende hechtenis te hoog bepaald bij toewijzing vordering tenuitvoerlegging met omzetting naar taakstraf.
HR 02-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1552
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 november 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
20/02297
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS636676:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1552, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:853, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑06‑2021
- Wetingang
Art. 22d Sr; art. 6:6:21 Sv
Essentie
Hof heeft in plaats van voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis, opgelegd. Het staat de rechter niet vrij vervangende hechtenis te bevelen waarvan de duur langer is dan de duur van niet de tenuitvoergelegde vrijheidsstraf.
Samenvatting
Hof heeft in plaats van de tenuitvoerlegging van 2 weken voorwaardelijke gevangenisstraf te gelasten een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis, opgelegd. Wet voorziet niet in mogelijkheid dat rechter zal gelasten dat vrijheidsstraf zal worden tenuitvoergelegd die van langere duur is dan niet tenuitvoergelegde straf. Redelijke wetsuitleg brengt mee dat het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.