RFR 2019/30
Bopz. Mag het algemene beperkingsregime van een tbs-kliniek worden toegepast op patiënten met een bopz-titel?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 november 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/02029
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS13826:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2087, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:914, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑08‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑05‑2018
- Wetingang
Essentie
Bopz. Bescherming meerderjarige.
Mag het algemene beperkingsregime van een tbs-kliniek worden toegepast op alle in de kliniek verblijvende betrokkenen ongeacht de aard van de verblijfstitel (psychiatrisch of forensisch)?
Samenvatting
Betrokkene is akkoord gegaan met een opname (vanuit detentie) in een tbs-kliniek en heeft daar verbleven op grond van een Bopz-machtiging. Tijdens het verblijf heeft hij zich moeten schikken naar de algemene regels en beperkingen van de tbs-kliniek zonder dat onderscheid is gemaakt ten aanzien van zijn rechtspositie onder de Wet Bopz. Hij heeft daarover een klacht ingediend bij de klachtencommissie van de tbs-kliniek, die de klachten ongegrond heeft ...