Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 178/2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden
Artikel 43 Vaststelling van de begroting van de Autoriteit
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2003
- Bronpublicatie:
22-07-2003, PbEU 2003, L 245 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: 178/2002)
- Inwerkingtreding
01-10-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-07-2003, PbEU 2003, L 245 (uitgifte: 01-01-2003, regelingnummer: 178/2002)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
De ontvangsten van de Autoriteit bestaan uit een bijdrage van de Gemeenschap en van elke andere staat waarmee de Gemeenschap overeenkomsten heeft gesloten als bedoeld in artikel 49, alsmede heffingen voor publicaties, conferenties, opleidingen en eventuele andere soortgelijke activiteiten waarin de Autoriteit voorziet.
2.
De uitgaven van de Autoriteit omvatten personeelsuitgaven, administratieve uitgaven, infrastructuuruitgaven en beleidsuitgaven, alsmede uitgaven die voortvloeien uit met derden gesloten overeenkomsten of uit financiële steunverlening als bedoeld in artikel 36.
3.
Te gelegener tijd vóór het in lid 5 bedoelde tijdstip stelt de uitvoerend directeur een ontwerp-raming op van de ontvangsten en uitgaven van de Autoriteit voor het volgende begrotingsjaar en zendt deze tezamen met een ontwerp-personeelsformatie aan de raad van bestuur.
4.
De ontvangsten en uitgaven zijn in evenwicht.
5.
De raad van bestuur stelt jaarlijks, op basis van de ontwerp-raming van de ontvangsten en de uitgaven, de raming van de ontvangsten en uitgaven van de Autoriteit voor het volgende begrotingsjaar vast. Deze raming, die tevens een ontwerp-personeelsformatie bevat, wordt samen met de voorlopige werkprogramma's door de raad van bestuur toegezonden aan de Commissie en aan de landen waarmee de Gemeenschap de in artikel 49 bedoelde overeenkomsten heeft gesloten.
6.
De raming wordt samen met het voorontwerp van algemene begroting van de Europese Unie door de Commissie ingediend bij het Europees Parlement en de Raad (‘de begrotingsautoriteit’).
7.
Op basis van deze raming neemt de Commissie de geraamde bedragen die zij nodig acht met betrekking tot de personeelsformatie en het bedrag van de subsidie ten laste van de algemene begroting op in het voorontwerp van algemene begroting van de Europese Unie, dat zij overeenkomstig artikel 272 van het Verdrag voorlegt aan de begrotingsautoriteit.
8.
De begrotingsautoriteit keurt de kredieten voor de subsidie aan de Autoriteit goed.
De begrotingsautoriteit stelt de personeelsformatie van de Autoriteit vast.
9.
De begroting wordt vastgesteld door de raad van bestuur. De begroting wordt definitief na de definitieve vaststelling van de algemene begroting. De begroting wordt zo nodig dienovereenkomstig aangepast.
10.
De raad van bestuur stelt de begrotingsautoriteit zo spoedig mogelijk in kennis van de projecten die hij voornemens is te realiseren en die aanzienlijke financiële gevolgen voor de financiering van de begroting kunnen hebben, met name onroerendgoedprojecten zoals de huur of aankoop van gebouwen. Hij brengt de Commissie daarvan op de hoogte.
Wanneer een tak van de begrotingsautoriteit kennis heeft gegeven van zijn voornemen om een advies te verstrekken, doet hij dit advies aan de raad van bestuur toekomen binnen een termijn van zes weken te rekenen vanaf de kennisgeving van het project.