NJB 2015/1744:Vergoeding van kosten voor rechtsbijstand art. 591a Sv na afwijzing ontnemingsvordering in ontnemingsprocedure? Nee, aangezien Officier van Justitie door het aanhangig maken van een vordering tot oplegging van bedoelde maatregel aan degene die in de hoofdzaak is veroordeeld niet een (afzonderlijke) zaak aanhangig maakt als bedoeld in art. 591a lid 1 en 2 Sv (conform HR 8 mei 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB1509, NJ 2001/509). Dit geldt ook indien – zoals in casu – die veroordeling geen betrekking heeft op al het tenlastegelegde en de betrokkene geen voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van het wel bewezenverklaarde. Indien evenwel de hoofdzaak is geëindigd op de wijze als in art. 591a Sv bedoeld (dus zonder oplegging van enige straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan art. 9a Sr) kan de ontnemingsprocedure bezwaarlijk worden aangemerkt als een voortzetting van de vervolging in de hoofdzaak; in zo’n geval verzet geen rechtsregel zich tegen vergoeding van de in art. 591a Sv bedoelde kosten die in de ontnemingsprocedure zijn gemaakt