AB 2014/165
Onder welke omstandigheden is een verzoek een aanvraag als bedoeld in art. 1:3 lid 3 Awb?
CRvB 18-02-2014, ECLI:NL:CRVB:2014:568, m.nt. L.M. Koenraad
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
18 februari 2014
- Magistraten
Mrs. C. van Viegen, A.B.J. van der Ham, J.F. Bandringa
- Zaaknummer
12-1336 WWB
- Noot
L.M. Koenraad
- JCDI
JCDI:ADS917883:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2014:568, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 18‑02‑2014
- Wetingang
Essentie
Een verzoek waaruit een belanghebbende een publiekrechtelijke aanspraak wil verkrijgen, is een aanvraag in de zin van art. 1:3 lid 3 Awb, ook als dat verzoek door het bestuursorgaan niet in behandeling hoeft te worden genomen.
Samenvatting
Niet in geschil is dat het college met de vastgestelde communicatieregeling aan appellanten de verplichting heeft opgelegd om bij het indienen van aanvragen om bijzondere bijstand gebruik te maken van door het college uitgereikte aanvraagformulieren, ingevuld per persoon en per kostensoort. De rechtbank heeft terecht overwogen dat het feit dat het verzoek van 30 november 2010 is gedaan door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.