JOR 2015/64
Inkoop eigen aandelen, preferente aandelen, Unilever
HR 11-07-2014, ECLI:NL:HR:2014:1679 (Clay Hill c.s./Unilever)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 juli 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp en G. de Groot
- Zaaknummer
13/02740
- Roepnaam
Clay Hill c.s./Unilever
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1679, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑07‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:421, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑05‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑07‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑05‑2010
- Wetingang
Art. 2:98 BW
Essentie
Uit wet vloeit niet voort dat inkoopplicht eigen aandelen statutaire grondslag behoeft
Samenvatting
Unilever NV (verweerster, hierna: Unilever) heeft op 9 juni 1999 ongeveer 211.500.000 cumulatief preferente aandelen met een nominale rekenwaarde van f 0,10 en een rekenwaarde van f 14,50 geplaatst. In de statuten van Unilever is bepaald dat de raad van bestuur na vijf jaar kan besluiten tot conversie van de preferente aandelen in gewone aandelen, volgens een in de statuten bepaalde formule. De conversie heeft op 15 februari 2005 plaatsgevonden. Voor elk preferent aandeel werd voor een waarde van € 4,55 aan gewone aandelen ontvangen. De resterende rekenwaarde bedroeg ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.