De exhibitieplicht
Einde inhoudsopgave
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/6.1:6.1 Inleiding
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/6.1
6.1 Inleiding
Documentgegevens:
mr. J. Ekelmans, datum 02-12-2010
- Datum
02-12-2010
- Auteur
mr. J. Ekelmans
- JCDI
JCDI:ADS380751:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In het vorige hoofdstuk heb ik aangeven, dat sprake is van een ruim toepassingsgebied voor de exhibitieplicht. Dat ruime toepassingsgebied voor de aanspraak op bescheiden brengt natuurlijk niet met zich, dat dan ook als vanzelf op kennisneming van alle bescheiden aanspraak bestaat. Die aanspraak kan slechts geldend gemaakt worden, als is voldaan aan de eisen die het recht stelt voor toewijzing van de vordering tot verstrekking van bescheiden.
Naar huidig recht moeten allereerst twee vragen beantwoord worden om te beoordelen, of in principe aanspraak op bescheiden bestaat:
heeft de verzoeker rechtmatig belang bij de bescheiden?; en
zijn de bescheiden voldoende bepaald?
Die twee vragen vertonen op het eerste gezicht sterke gelijkenis met de vragen die beantwoord moeten worden om te bepalen, of een partij tot bewijslevering door getuigen toegelaten moet worden. Voor een aanbod tot leveren van getuigenbewijs geldt immers dat het relevant én voldoende bepaald moet zijn. In dit hoofdstuk ga ik in op de vraag, hoe bepaald moet worden of in principe daadwerkelijk toegang tot de bescheiden verkregen kan worden.