NJ 2012/321
Ontoereikend bewijs dat verdachte redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard.
HR 20-03-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV8246, m.nt. T.M. Schalken
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 maart 2012
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, W.F. Groos, J. Wortel
- Zaaknummer
S 10/04175
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
T.M. Schalken
- LJN
BV8246
- JCDI
JCDI:ADS96744:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Verkeersrecht / Rijbevoegdheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BV8246, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑03‑2012
- Wetingang
WVW 1994 art. 9 lid 2
Essentie
Dat het besluit tot ongeldigverklaring van het rijbewijs van de verdachte per aangetekende brief aan hem is verzonden en retour is gekomen met de mededeling dat de brief niet is afgehaald, is onvoldoende voor het bewijs dat verdachte redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Dit kan ook niet zonder meer worden afgeleid uit de omstandigheid dat de verdachte van het CBR een brief heeft ontvangen dat het CBR heeft besloten tot het opleggen van een Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer en dat zijn rijbewijs ongeldig wordt verklaard wanneer hij niet betaalt of verschijnt, noch uit de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.