RF 2023/63
Op welke manier moet de aanvullende schadeloosstelling worden bepaald die toekomt aan de voormalige houder van aandelen in een verzekeraar in verband met gedwongen overdracht van deze aandelen?
HR 02-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:839
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 juni 2023
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/04858
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS715357:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Onteigeningsrecht / Schadeloosstelling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:839, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑06‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:995, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 28‑10‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑02‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑11‑2021
- Wetingang
Art. 3:159ab Wft (oud); art. 6:8, 6:9 lid 1, 6:11 lid 4 Wft
Essentie
Schadeloosstelling. Gedwongen overdracht aandelen verzekeraar.
Welke taak heeft de OK bij de bepaling van de (aanvullende) schadeloosstelling die toekomt aan de voormalige houder van aandelen in een verzekeraar in verband met gedwongen overdracht van deze aandelen? In hoeverre mag de OK een deskundigenbericht gelasten om de prijs van de aandelen in het overnamescenario te bepalen? In hoeverre is in de procedure tot vaststelling van de schadeloosstelling art. 6:11 lid 4 Wft ten aanzien van de proceskosten van toepassing?
Samenvatting
DNB heeft in 2017 verzocht om de regeling van art. 3:159u Wft (oud) voor een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.