Einde inhoudsopgave
Besluit Onderlinge overlegprocedures
3.4 Termijn voor het indienen van een verzoek
Geldend
Geldend vanaf 23-06-2020. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 11-06-2020
- Bronpublicatie:
11-06-2020, Stcrt. 2020, 32689 (uitgifte: 22-06-2020, regelingnummer: 2020-0000101607)
- Inwerkingtreding
23-06-2020, terugwerkend tot: 11-06-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-06-2020, Stcrt. 2020, 32689 (uitgifte: 22-06-2020, regelingnummer: 2020-0000101607)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Inlichtingenuitwisseling en wederzijdse bijstand
Europees belastingrecht / Algemeen
WFA
De WFA schrijft voor dat een verzoek moet zijn ingediend binnen een termijn van drie jaar die aanvangt op de dag van ontvangst van de eerste kennisgeving van de handeling die tot het geschilpunt aanleiding geeft of zal geven.
Belastingverdrag
Ook voor verzoeken op basis van een belastingverdrag geldt doorgaans een termijn van (tenminste) drie jaar na de eerste kennisgeving waaruit blijkt dat sprake is, of zal zijn, van belastingheffing die niet in overeenstemming is met het verdrag. Voor zover de termijn in de regeling voor onderling overleg in een door Nederland gesloten belastingverdrag afwijkt van de hiervoor geschetste driejaarstermijn, wordt deze afwijkende termijn gehanteerd.1. Van belang is derhalve dat het verdrag dat aan het verzoek ten grondslag ligt, hierop wordt nageslagen.
EU-arbitrageverdrag
Onder het EU-arbitrageverdrag geldt ook de hiervoor genoemde driejaarstermijn, te rekenen vanaf de eerste kennisgeving van de maatregel waarvan dubbele belasting in de zin van artikel 1 van dit verdrag het gevolg is of kan zijn.
Voetnoten
De minimumstandaard van BEPS Actie 14 schrijft voor dat de termijn tenminste 3 jaar moet zijn. Nederland heeft zich gecommitteerd aan deze minimumstandaard en streeft na verdragen die een kortere termijn bevatten aan te passen.