Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 509g [Bevel tot observatie in psychiatrisch ziekenhuis]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2023
- Bronpublicatie:
24-05-2023, Stb. 2023, 202 (uitgifte: 19-06-2023, kamerstukken: 35936)
- Inwerkingtreding
01-10-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2023, Stb. 2023, 307 (uitgifte: 28-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien de rechter toepassing van artikel 6:6:10, eerste lid, onder e, of artikel 37b van het Wetboek van Strafrecht overweegt, kan hij bij een met redenen omklede beslissing bevel geven dat de betrokkene ter observatie zal worden overgebracht naar een in het bevel aan te wijzen psychiatrisch ziekenhuis of een instelling tot klinische observatie bestemd, door Onze Minister van Veiligheid en Justitie overeenkomstig artikel 198, vijfde lid, aangewezen.
2.
Het bevel wordt niet gegeven dan nadat het oordeel van een of meer deskundigen is ingewonnen en het openbaar ministerie, de betrokkene en zijn raadsman zijn gehoord.
3.
Indien het bevel is gegeven met het oog op een beslissing inzake toepassing van artikel 6:6:10, eerste lid, onder e, wordt, in het geval dat de ter beschikking gestelde geen bekende verblijfplaats heeft of zich buiten Nederland ophoudt, de termijn van de terbeschikkingstelling geschorst tot het tijdstip waarop de tenuitvoerlegging van het bevel door het bekend worden van zijn verblijfplaats mogelijk is.
4.
Indien toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 6:6:10, eerste lid, onder e, of artikel 37b van het Wetboek van Strafrecht geldt het verblijf in het psychiatrisch ziekenhuis of de instelling tot klinische observatie bestemd als verpleging van overheidswege. Het mag de duur van zeven weken niet te boven gaan. De rechter kan te allen tijde bevelen dat het verblijf op een vroeger tijdstip zal worden beëindigd.