BNB 2020/83
Inkomensafhankelijke combinatiekorting. Ouders die niet samenwonen en de zorg voor kinderen gelijkelijk verdelen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 maart 2020
- Magistraten
Mrs. De Groot, Overgaauw, Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
19/02042
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
R.P.C. Cornelisse
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS200140:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Heffingskorting
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑03‑2020
ECLI:NL:HR:2020:415, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1056, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑12‑2019
- Wetingang
Essentie
Inkomensafhankelijke combinatiekorting. Ouders die niet samenwonen en de zorg voor kinderen gelijkelijk verdelen
Samenvatting
Belanghebbende en zijn voormalige partner hebben een dochter die is geboren in 2005 en in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven op het woonadres van de moeder. In 2015 verbleef de dochter op basis van een omgangsregeling afwisselend bij belanghebbende en bij de moeder (achtereenvolgens twee dagen bij belanghebbende, twee dagen bij de moeder, vier dagen bij belanghebbende en zes dagen bij de moeder). Voor het Hof was in geschil of belanghebbende in 2015 recht had op inkomensafhankelijke combinatiekorting. Het Hof heeft die vraag ontkennend beantwoord. ...