NJ 2015/18
Rijden onder invloed beginnend bestuurder; integrale vrijspraak nu verdachte geen beginnend bestuurder is.
HR 02-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3465, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 december 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, N. Jörg, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
13/03761
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS97163:1
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bijzonder strafrecht (V)
Verkeersrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3465, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:2201, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑11‑2013
- Wetingang
Art. 8 WVW 1994
Essentie
Tenlastegelegd is dat verdachte als beginnend bestuurder onder invloed van alcohol heeft gereden (art. 8 lid 3 WVW 1994). Nu verdachte geen beginnend bestuurder is, spreekt het hof niet alleen vrij van het onderdeel dat verdachte beginnend bestuurder is, maar komt het tot een integrale vrijspraak. Het hof kon de tenlastelegging aldus opvatten dat het verwijt alleen betrof dat verdachte als beginnend bestuurder onder invloed heeft gereden en niet (impliciet) subsidiair art. 8 lid 2 WVW 1994.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.