Einde inhoudsopgave
Zetelverdrag tussen het Internationaal Strafhof en het Gastland
Artikel 28 Deskundigen
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2008
- Bronpublicatie:
07-06-2007, Trb. 2007, 125 (uitgifte: 17-07-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-03-2008, Trb. 2008, 31 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal strafrecht / Internationale tribunalen
1.
Aan deskundigen, met inbegrip van om niet ter beschikking gestelde medewerkers, die functies bij het Hof vervullen, worden de volgende voorrechten, immuniteiten en faciliteiten toegekend voor zover benodigd voor de onafhankelijke uitoefening van hun functies, mits het in het tweede lid van dit artikel bedoelde document wordt overgelegd:
- a.
immuniteit van arrestatie en detentie of enige andere vrijheidsbeperking met betrekking tot handelingen of veroordelingen voorafgaand aan hun binnenkomst op het grondgebied van het Gastland;
- b.
immuniteit van inbeslagname van hun persoonlijke bagage;
- c.
immuniteit van enigerlei rechtsvervolging met betrekking tot alle door hen tijdens de uitoefening van hun functie bij het Hof gesproken of geschreven woorden en verrichte handelingen; deze immuniteit blijft ook gelden na de beëindiging van hun functie;
- d.
onschendbaarheid van stukken en documenten in welke vorm dan ook en materiaal met betrekking tot de uitoefening van hun functie bij het Hof;
- e.
het recht, ten behoeve van hun communicatie met het Hof, stukken en documenten in welke vorm dan ook, alsmede materiaal dat betrekking heeft op hun functie bij het Hof, per koerier of in verzegelde tassen te ontvangen en te verzenden;
- f.
vrijstelling van inspectie van persoonlijke bagage, tenzij er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de bagage artikelen bevat waarvan de invoer of uitvoer bij wet verboden is of waarop de quarantainevoorschriften van het Gastland van toepassing zijn; in een dergelijk geval wordt een inspectie uitgevoerd in aanwezigheid van de betrokken deskundige;
- g.
dezelfde voorrechten met betrekking tot valuta- en wisselfaciliteiten als die welke worden toegekend aan vertegenwoordigers van buitenlandse regeringen van tijdelijke officiële missies;
- h.
dezelfde repatriëringsfaciliteiten als die welke overeenkomstig het Verdrag van Wenen bij internationale crises gelden voor diplomatieke ambtenaren;
- i.
vrijstelling van inreisbeperkingen en vreemdelingenregistratie, met betrekking tot hun functie zoals nader aangeduid in het in het tweede lid van dit artikel bedoelde document.
2.
Aan deskundigen wordt door het Hof een certificaat uitgereikt waaruit blijkt dat zij functies voor het Hof uitoefenen en waarin het tijdsbestek wordt vermeld gedurende welk hun functie duurt. Een dergelijk document wordt voor het verstrijken van de geldigheidsduur ervan ingetrokken indien de deskundige niet langer functies bij het Hof vervult, of de aanwezigheid van de deskundige op de zetel van het Hof niet langer vereist is.
3.
De in het eerste lid van dit artikel bedoelde voorrechten, immuniteiten en faciliteiten houden op van toepassing te zijn na een tijdvak van vijftien aaneengesloten dagen na de datum waarop de aanwezigheid van de betrokken deskundige niet langer door het Hof vereist is, op voorwaarde dat een dergelijke deskundige de gelegenheid heeft gehad het Gastland in dat tijdvak te verlaten.
4.
Deskundigen die onderdaan of permanent ingezetene van het Gastland zijn, genieten uitsluitend de volgende voorrechten, immuniteiten en faciliteiten voor zover benodigd voor de onafhankelijke uitoefening van hun functies of hun verschijning en verklaring voor het Hof;
- a.
immuniteit van arrestatie en detentie of enige andere vrijheidsbeperking;
- b.
immuniteit van enigerlei rechtsvervolging met betrekking tot alle door hen gedurende de uitoefening van hun functie of hun verschijning of verklaring gesproken of geschreven woorden en verrichte handelingen; deze immuniteit blijft ook gelden nadat zij hun functie niet langer uitoefenen of na hun verschijning of verklaring;
- c.
onschendbaarheid van stukken en documenten in welke vorm dan ook en materiaal met betrekking tot de uitoefening van hun functie of hun verschijning of verklaring;
- d.
het recht ten behoeve van hun communicatie met het Hof in welke vorm dan ook stukken te ontvangen en te verzenden.
5.
Deskundigen worden door het Gastland niet aan enige maatregel onderworpen die de onafhankelijke uitoefening van hun functie bij het Hof kan beïnvloeden.
6.
Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op deskundigen van de Vergadering, met inbegrip van haar Bureau en hulporganen, wier aanwezigheid in het Gastland vereist is in verband met het werk van de Vergadering, met inbegrip van haar Bureau en hulporganen.