RSV 2012/184
Intrekkingswet in oorspronkelijke vorm onmiskenbaar onverbindend — Intrekkingswet na overgangsregeling in de vorm van Tijdelijke Regeling niet onmiskenbaar onverbindend
Hof 's-Gravenhage 05-06-2012, ECLI:NL:GHSGR:2012:BW7457 (Staat/FNV)
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
5 juni 2012
- Magistraten
M.A.F. Tan-de Sonnaville, S.A. Boele en A.E.A.M. van Waesberghe
- Zaaknummer
200.101.005/01
- LJN
BW7457
- Roepnaam
Staat/FNV
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid bijstand / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Internationale sociale zekerheid / Mensenrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSGR:2012:BW7457, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 05‑06‑2012
- Wetingang
Wet intrekking Wet werk en inkomen kunstenaars (Intrekkingswet); Tijdelijke regeling uitkering aan voormalige WWIK-gerechtigden (Tijdelijke Regeling); Eerste Protocol bij het EVRM (EP) art. 1
Essentie
Intrekkingswet in oorspronkelijke vorm onmiskenbaar onverbindend — Intrekkingswet na overgangsregeling in de vorm van Tijdelijke Regeling niet onmiskenbaar onverbindend
Samenvatting
Uitspraak in hoger beroep van het vonnis van de voorzieningenrechter van de Rechtbank ’s-Gravenhage van 3 januari 2012.
Door de invoering van de Intrekkingswet op de termijn die daarvoor is gehanteerd en zonder enige vorm van overgangsrecht voor bestaande gevallen, ook indien in aanmerking wordt genomen dat de Staat in dit opzicht een ruime 'margin of appreciation' heeft, is geen 'fair balance' getroffen en in zoverre is onmiskenbaar sprake van een schending van art. 1 EP. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.