RvdW 2016/884
WOTS; oordeel dat niet zwaarder wordt gestraft dan de rechter die de oorspronkelijke straf heeft opgelegd, ontoereikend gemotiveerd.
HR 05-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1521
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 juli 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/05790
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1521, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:625, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑05‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑03‑2016
- Wetingang
Essentie
Overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen. Als de veroordeelde het verweer voert dat zijn strafrechtelijke positie dreigt te worden verscherpt door de omzetting van de straf zal de rechter ervan blijk moeten geven te hebben onderzocht of een eventuele vervroegde of voorwaardelijke invrijheidstelling waartoe in de verzoekende staat bij voortgezette tenuitvoerlegging zeker of met grote mate van waarschijnlijkheid zou zijn overgegaan, van dien aard zou zijn geweest dat de veroordeelde door de in Nederland opgelegde straf in een nadeliger positie zou zijn komen te verkeren wat de daadwerkelijke duur van zijn detentie betreft (vgl. HR NJ 2016/37). Dit geldt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.