Prg. 2006, 89
Verzoek tot ontbinding arbeidsovereenkomst door werknemer (31 jr., 15 dj., sal. € 2084,88 p.m.) als oneigenlijk gebruik van bevoegdheid geoordeeld, nu CWI procedure loopt en slechts gepoogd wordt een zeer hoge vergoeding te toucheren. Bovendien ontbreekt een verandering van omstandigheden.
Ktr. Groningen 04-04-2006, ECLI:NL:RBGRO:2006:AW1751
- Instantie
Kantonrechter Groningen
- Datum
4 april 2006
- Magistraten
Mr. G.J.J. Smits
- Zaaknummer
286705EJVERZ06-197
- LJN
AW1751
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBGRO:2006:AW1751, Uitspraak, Rechtbank Groningen, 04‑04‑2006
- Wetingang
BW art. 7:611; BW art. 7:681; BW art. 7:685
Essentie
Ontslagrecht. Heeft een verzoek van een werknemer tot ontbinding succes terwijl werkgever al een ontslagvergunning heeft aangevraagd?
Neen, het verzoek frustreert de aanvraag CWI en is — meestal — louter bedoeld om een hoge(re) vergoeding te bemachtigen. Oneigenlijk gebruik van art. 7:685 BW. Vordering ex art. 7:681 BW is de geëigende weg.
Samenvatting
Werknemer (31 jaar, 15 dienstjaren, salaris € 2084,88 bruto per maand, 34-urige werkweek), eind 2005 op non-actief gesteld wegens een negatieve houding, verzoekt ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst. Werkgeefster heeft een beëindigingsregeling voorgesteld. Hierop is niet ingegaan. Een reorganisatie in februari 2006 op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.