NJ 2023/290
Procesrecht. Verlening akte niet-dienen (art. 133 lid 4 Rv); terugkomen van bindende eindbeslissing. HR komt deels terug van HR 4 september 2015, NJ 2015/354.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 december 2022
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock, F.R. Salomons, K. Teuben
- Zaaknummer
22/00514
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Noot
H.J. Snijders
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS716784:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1873, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑12‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:658, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑07‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑03‑2022
- Wetingang
Art. 133 Rv
Essentie
Procesrecht. Verlening akte niet-dienen (art. 133 lid 4 Rv); terugkomen van bindende eindbeslissing. HR komt deels terug van HR 4 september 2015, NJ 2015/354.
Samenvatting
Volgens vaste rechtspraak is de beslissing tot het verlenen van akte niet-dienen een tussenvonnis of tussenarrest waarbij een bindende eindbeslissing is gegeven. De eisen van een goede procesorde brengen mee dat de rechter aan wie is gebleken dat een eerdere door hem gegeven eindbeslissing berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag, bevoegd is om, nadat partijen de gelegenheid hebben gekregen zich dienaangaande uit te laten, over te ...