Prg. 2006, 44
De tegenvallende omzet van huurder van winkelruimte, veroorzaakt door tegenvallend aantal bezoekers van nieuw winkelcentrum is geen onvoorziene omstandigheid, althans komt voor rekening van huurder.
Ktg. Dordrecht 26-01-2006, ECLI:NL:RBDOR:2006:AV0585
- Instantie
Kantongerecht Dordrecht
- Datum
26 januari 2006
- Magistraten
Mr. C. van Steenderen-Koornneef
- Zaaknummer
166552CVEXPL05-5907
- LJN
AV0585
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Huurrecht / Verplichtingen huurder en verhuurder
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBDOR:2006:AV0585, Uitspraak, Rechtbank Dordrecht, 26‑01‑2006
- Wetingang
BW art. 6:228 lid 2; BW art. 6:258 lid 2; BW art. 6:265; BW art. 7:203; BW art. 7:204 lid 2; BW art. 7:207; BW art. 7:212
Essentie
Huurrecht. Voor wiens rekening komt het risico van tegenvallende omzet van winkelhuurder door tegenvallende bezoekersaantallen in een nieuw winkelcentrum?
Dat behoort in principe tot het ondernemersrisico van de winkelier.
Samenvatting
Huurder MI van winkelruimte, die sedert 1 januari 2005 nog slechts 80% van de overeengekomen huurprijs betaalt, vordert primair ontbinding van de huurovereenkomst op grond van wanprestatie dan wel onvoorziene omstandigheden dan wel vernietiging wegens dwaling. Huurder verwijt verhuurder Rutten in de nakoming van de overeenkomst te kort te zijn geschoten, waardoor huurgenot nagenoeg onmogelijk is. Dit blijkt uit een tegenvallende omzet van € 245 000 in 2004 in plaats ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.