NJB 2011, 1004
De verdachte heeft onder feit 37 een hoeveelheid kostbare goederen gestolen. De waarde daarvan wordt verschillend beoordeeld. Het hof houdt zich aan de opgave van de benadeelde partij, al moet van de schade wel worden afgetrokken de goederen die aan de belanghebbende en zijn partner zijn teruggegeven. Dit oordeel is, aldus de Hoge Raad voorbehouden aan de feitenrechter
HR 19-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP3963
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 april 2011
- Magistraten
Mrs. Koster, De Savornin Lohman en Loth
- Zaaknummer
10/01779
- Conclusie
A-G Aben
- LJN
BP3963
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP3963, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP3963, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑02‑2011
- Wetingang
Sv art. 361
Essentie
De verdachte heeft onder feit 37 een hoeveelheid kostbare goederen gestolen. De waarde daarvan wordt verschillend beoordeeld. Het hof houdt zich aan de opgave van de benadeelde partij, al moet van de schade wel worden afgetrokken de goederen die aan de belanghebbende en zijn partner zijn teruggegeven. Dit oordeel is, aldus de Hoge Raad voorbehouden aan de feitenrechter
Uitspraak
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot vijf jaren gevangenisstraf wegens gekwalificeerde (pogingen tot) diefstallen, (feiten 8, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 30 33, 35, 36, 37, 41, 42 en 43) deelneming aan een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.