HR, 20-02-2009, nr. 07/12314

Documentgegevens:

HR 20-02-2009, ECLI:NL:PHR:2009:BD5468

Instantie: Hoge Raad
Datum: 20 februari 2009
Magistraten: Mrs. Van Vliet, Lourens, Bavinck, Leemreis en Overgaauw
Zaaknummer: 07/12314
Conclusie: A-G Wattel
LJN: BD5468
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Bestuursprocesrecht (V)
Europees belastingrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2009:BD5468, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑02‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BD5468, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑02‑2009
Wetingang: IB 1964 art. 20a; IB 1964 art. 20c; IB 1964 art. 20h; Inv.w art. 25; Inv.w art. 26; Inv.w art. 28; Awb art. 8:72; Awb art. 8:73; Belastingverdrag Ned-Verenigd Koninkrijk art. 13

Essentie

Gevolgen voor aanslag van onverenigbaarheid met het EG-recht van een deel van een nationaalrechtelijke regeling? Toepassing art. 8:72 lid 3 Awb. Emigratieheffing voor aanmerkelijkbelanghouders niet in strijd met het Belastingverdrag met het Verenigd Koninkrijk (geen strijd met goede verdragstrouw) noch met het EG-Verdrag. Schadevergoeding kosten zekerheidstelling.

Uitspraak

Achtergrond

Bij de belanghebbende is in verband met zijn emigratie naar Engeland een fictieve winst uit aanmerkelijk belang in aanmerking genomen (‘emigratieheffing’) bij de aanslag inkomstenbelasting. De ontvanger heeft uitstel van betaling verleend onder voorwaarde dat de belanghebbende zekerheid stelt. Naar aanleiding van het arrest van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.