AB 2007, 291
HR, 10-08-2007, nr. 43.169: wandelvierdaagse
HR 10-08-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ3758, m.nt. R.J.G.M. Widdershoven (wandelvierdaagse)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 augustus 2007
- Magistraten
Mrs. D.G. van Vliet, P. Lourens, C.B. Bavinck, A.R. Leemreis, E.N. Punt
- Zaaknummer
43.169
- Conclusie
A-G De Wit
- Noot
R.J.G.M. Widdershoven
- LJN
AZ3758
- Roepnaam
wandelvierdaagse
- JCDI
JCDI:ADS859714:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Tarief
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ3758, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑08‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ3758, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑08‑2007
- Wetingang
EG-Verdrag art. 249 derde alinea; Zesde Richtlijn art. 12 lid 3 jo. post 13 bijlage H; Wet Omzetbelasting art. 9 lid 2 letter a; Tabel 1 post b.3 behorende bij Wet Omzetbelasting.
Essentie
Grenzen richtlijnconforme uitlegging; wetshistorische en grammaticale interpretatie; rechtszekerheid.
Samenvatting
Het is vaste rechtspraak van het Hof van Justitie dat de nationale rechter bij de toepassing van bepalingen van nationaal recht, ongeacht of zij van eerdere of latere datum dan de richtlijn zijn, deze zo veel mogelijk moet uitleggen in het licht van de bewoordingen van een op het betrokken gebied geldende richtlijn, teneinde het hiermee beoogde resultaat te bereiken en aldus aan artikel 249, derde alinea, EG te voldoen. Dit brengt mee dat de nationale rechter bij de uitlegging en toepassing van het nationale recht ervan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.