AB 1994, 383
HR, 17-11-1993, nr. 28587
HR 17-11-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC5505, m.nt. F.H. van der Burg
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
17 november 1993
- Magistraten
Stoffer, Wildeboer, Urlings, Zuurmond, Hermann, Van Soest
- Zaaknummer
28587
- Noot
F.H. van der Burg
- LJN
ZC5505
- JCDI
JCDI:ADS60994:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC5505, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑11‑1993
- Wetingang
Essentie
Ongelijke fiscale behandeling studeerkamerkosten en koffiegeld.
Samenvatting
1
In art. 36 tweede lid aanhef en onder f, Wet op de inkomstenbelasting 1964 is het gezamenlijk bedrag van de aftrekbare kosten terzake van kantoorruimte, de inrichting daaronder begrepen, genormeerd. Hierbij geldt voor de belastingplichtige die de woning heeft gehuurd, als maatstaf 15 percent van de huur, terwijl voor de belastingplichtige met een eigen woning, als maatstaf geldt 15 percent van de huurwaarde van de eigen woning (bepaald op de voet van het eerste lid van art. 42a Wet IB 1964). Het bedrag van de in aanmerking te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.