Huur, eis in reconventie

Documentgegevens:

HR 05-11-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN6196

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 5 november 2010
Zaaknummer: 09/00839
LJN: BN6196
Vakgebied(en): Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2010:BN6196, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑11‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN6196, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑09‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑02‑2009
Wetingang: Art. 30 Rv; art. 137 Rv; art. 121 Gw

Essentie

Samenvatting

Casus

De verweerder in cassatie heeft met ingang van 1 oktober 2004 een woon- annex bedrijfsruimte aan de eiser tot cassatie verhuurd. De huurovereenkomst is aangegaan voor een periode van vijf jaar. Op 1 december 2005 is de huurovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden resp. geëindigd.

De eiser tot cassatie heeft zich tot de rechter gewend en gevorderd de verweerder in cassatie tot betaling van een schadevergoeding te veroordelen. In zijn ‘verweerwoord’ heeft de verweerder in cassatie gesteld dat de eiser tot cassatie hem een bepaald bedrag verschuldigd was.

Rechtsvraag

In cassatie komt de vraag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.