NJB 2014/1920:Voortzetting onderzoek na wijziging tenlastelegging art. 314 Sv: het eerste lid van deze bepaling ziet slechts op de behandeling van de zaak bij verstek, terwijl het tweede lid ziet op de behandeling van de zaak op tegenspraak, met het gevolg dat de in de tweede volzin van het eerste lid omschreven maatstaf (te weten: of de verdachte door het achterwege laten van kennisgeving van de wijziging redelijkerwijze niet in zijn verdediging wordt geschaad) voor de te nemen beslissing niet van toepassing is bij een op grond van het tweede lid te nemen beslissing. In casu is het onderzoek onterecht aanstonds voortgezet nu de raadsvrouwe geen toestemming daartoe gegeven en om aanhouding van de zaak heeft verzocht

NJB 2014/1920

Voortzetting onderzoek na wijziging tenlastelegging art. 314 Sv: het eerste lid van deze bepaling ziet slechts op de behandeling van de zaak bij verstek, terwijl het tweede lid ziet op de behandeling van de zaak op tegenspraak, met het gevolg dat de in de tweede volzin van het eerste lid omschreven maatstaf (te weten: of de verdachte door het achterwege laten van kennisgeving van de wijziging redelijkerwijze niet in zijn verdediging wordt geschaad) voor de te nemen beslissing niet van toepassing is bij een op grond van het tweede lid te nemen beslissing. In casu is het onderzoek onterecht aanstonds voortgezet nu de raadsvrouwe geen toestemming daartoe gegeven en om aanhouding van de zaak heeft verzocht

Documentgegevens:

HR 14-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2966

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 14 oktober 2014
Magistraten: Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
Zaaknummer: 12/05304
Vakgebied(en): Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2014:2966, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1835, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑08‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑06‑2013
Wetingang: (Sv art. 314)

Essentie

Voortzetting onderzoek na wijziging tenlastelegging art. 314 Sv: het eerste lid van deze bepaling ziet slechts op de behandeling van de zaak bij verstek, terwijl het tweede lid ziet op de behandeling van de zaak op tegenspraak, met het gevolg dat de in de tweede volzin van het eerste lid omschreven maatstaf (te weten: of de verdachte door het achterwege laten van kennisgeving van de wijziging redelijkerwijze niet in zijn verdediging wordt geschaad) voor de te nemen beslissing niet van toepassing is bij een op grond van het tweede lid te nemen beslissing. In casu is het onderzoek onterecht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.