NJB 2015/694
Klacht niet-vervolging minister. HR: De Hoge Raad is niet bevoegd opdracht te geven tot vervolging van een door een minister gepleegd ambtsmisdrijf als door klager bedoeld
HR 27-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:764
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 maart 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion
- Zaaknummer
15/00147
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:764, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑03‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:30, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑2015
- Wetingang
(Gw art. 119; RO art. 76; Wet van 22 april 1855, Stb. 33, art. 4; Sv art. 483 lid 1 en 2)
Essentie
Klacht niet-vervolging minister. HR: De Hoge Raad is niet bevoegd opdracht te geven tot vervolging van een door een minister gepleegd ambtsmisdrijf als door klager bedoeld
Partij(en)
Klager.
Uitspraak
Procesverloop
In dit geding heeft klager beklag gedaan over de beslissing van de hoofdofficier van justitie niet over te gaan tot vervolging van onder meer de Minister van Financiën. Het hof heeft zich onbevoegd verklaard en de zaak verwezen naar de Hoge Raad.