NJ 2008, 80
HvJ EG, 11-10-2007, nr. C-98/06: Freeport
HvJ EG 11-10-2007, ECLI:EU:C:2007:595 (Freeport)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
11 oktober 2007
- Magistraten
A. Rosas, U. Lõhmus, J. Klučka, P. Lindh, A. Arabadjiev
- Zaaknummer
C-98/06
- Conclusie
A-G Mengozzi
- LJN
BC0247
- Roepnaam
Freeport
- JCDI
JCDI:ADS111737:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Verbintenissenrecht (V)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2007:595, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 11‑10‑2007
ECLI:EU:C:2007:302, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 24‑05‑2007
- Wetingang
EEX-Verordening art. 6
Essentie
Pluraliteit van verweerders. Rechtsgrondslagen van vorderingen. Misbruik. Kans op toewijzing van vordering ingesteld bij rechter van de staat waar een van de verweerders zijn woonplaats heeft.
Samenvatting
1
Art. 6, punt 1, EEX-Verordening vindt toepassing wanneer de tegen de verschillende verweerders gerichte vorderingen samenhangend zijn op het moment waarop zij worden ingesteld, dat wil zeggen wanneer een goede rechtsbedeling vraagt om gelijktijdige behandeling en berechting, teneinde te voorkomen dat bij afzonderlijke berechting onverenigbare beslissingen worden gegeven. Voor toepassing van voormelde bepaling hoeft niet bovendien vast te staan dat de vorderingen niet enkel zijn ingesteld om één van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.