NJ 2007, 304
Onderdaan van lidstaat, gevestigd in andere lidstaat. Verblijfsrecht van verwant in opgaande lijn van echtgenoot, wanneer zowel verwant als echtgenoot onderdaan zijn van derde land. Verplichting van verwant om legaal in lidstaat te verblijven op moment van hereniging met zijn familie in lidstaat van vestiging. Over te leggen bewijsstukken om te worden beschouwd als ten laste komende verwant.
HvJ EG 09-01-2007, ECLI:EU:C:2007:1, m.nt. M.R. Mok
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
9 januari 2007
- Magistraten
V. Skouris, P. Jann, C.W.A. Timmermans, A. Rosas, P. Kuris, E. Juhász, J.N. Cunha Rodrigues, K. Schiemann, U. Lõhmus, E. Levits, A. Ó Caoimh
- Zaaknummer
C-1/05
- Conclusie
A-G Geelhoed
- Noot
M.R. Mok
- LJN
AZ7474
- JCDI
JCDI:ADS115626:1
- Vakgebied(en)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2007:1, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 09‑01‑2007
- Wetingang
EG-Verdrag art. 43; EG-Richtlijn nr. 73/148
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Utlänningsnämnd (Zweden) bij beslissing van 30 december 2004.
Onderdaan van lidstaat, gevestigd in andere lidstaat. Verblijfsrecht van verwant in opgaande lijn van echtgenoot, wanneer zowel verwant als echtgenoot onderdaan zijn van derde land. Verplichting van verwant om legaal in lidstaat te verblijven op moment van hereniging met zijn familie in lidstaat van vestiging. Over te leggen bewijsstukken om te worden beschouwd als ten laste komende verwant.
Samenvatting
Het gemeenschapsrecht, gelet op het arrest van 23 september 2003, Akrich (C-109/01), verplicht de lidstaten er niet toe, voor de verlening van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.