IER 2006, 75
De in art. 16 EEX opgestelde regel van exclusieve bevoegdheid betreft alle geschillen over registratie of geldigheid van een octrooi, ongeacht opwerping kwestie via rechtsvordering dan wel exceptie.
HvJ EG 13-07-2006, ECLI:EU:C:2006:457, m.nt. S. de Wit (GAT/LuK)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
13 juli 2006
- Magistraten
Mrs. P. Jann, N. Colneric, J.N. Cunha Rodrigues, M. Ilesic, E. Levits
- Zaaknummer
C-4/03
- Noot
S. de Wit
- LJN
AY6818
- Roepnaam
GAT/LuK
- JCDI
JCDI:ADS875766:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2006:457, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 13‑07‑2006
ECLI:EU:C:2004:539, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 16‑09‑2004
- Wetingang
EEX-Verdrag 1968 art. 16; EG-Verord. nr. 44/2000 art. 22 lid 4
Essentie
De in art. 16 EEX opgestelde regel van exclusieve bevoegdheid betreft alle geschillen over registratie of geldigheid van een octrooi, ongeacht opwerping kwestie via rechtsvordering dan wel exceptie.
Samenvatting
Art. 16 EEX (thans art. 22 lid 4 van Verordening 44/2000, bew.) moet aldus worden uitgelegd dat de hierin opgestelde exclusieve bevoegdheidsregel alle geschillen over de registratie of de geldigheid van een octrooi betreft, ongeacht of de kwestie bij wege van rechtsvordering dan wel exceptie wordt opgeworpen.
Partij(en)
Gesellschaft für Antriebstechnik mbH & Co. KG
tegen
Lamellen und Kupplungsbau Beteiligungs KG
Uitspraak
(…) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.