NJ 2005, 412
Belastingwetgeving. Vermogensbelasting. Recht op belastingvrije som. Verschillende behandeling van ingezetenen en niet ingezetenen. Belastingverdrag ter voorkoming van dubbele belasting.
HvJ EG 05-07-2005, ECLI:EU:C:2005:424, m.nt. M.R. Mok
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
5 juli 2005
- Magistraten
V. Skouris, P. Jann, C.W.A. Timmermans, A. Rosas, A. Borg Barthet, J.-P. Puissochet, R. Schintgen, N. Colneric, S. von Bahr, M. Ilesic, J. Malenovský, J. Klučka, U. Lõhmus
- Zaaknummer
C-376/03
- Conclusie
A-G D. Ruiz-Jarabo Colomer
- Noot
M.R. Mok
- LJN
AU3008
- JCDI
JCDI:ADS18671:1
- Vakgebied(en)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2005:424, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 05‑07‑2005
ECLI:EU:C:2004:663, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 26‑10‑2004
- Wetingang
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het gerechtshof te 's‑Hertogenbosch bij beslissing van 24 juli 2003. Belastingwetgeving. Vermogensbelasting. Recht op belastingvrije som. Verschillende behandeling van ingezetenen en niet ingezetenen. Belastingverdrag ter voorkoming van dubbele belasting
Samenvatting
De artikelen 56 EG en 58 EG verzetten zich niet tegen een regeling op grond waarvan een lidstaat aan buitenlandse belastingplichtigen die het belangrijkste deel van hun vermogen bezitten in de staat waarvan zij ingezetenen zijn, het recht op belastingvrije sommen weigert die hij aan binnenlandse belastingplichtigen verleent.
De artikelen 56 EG en 58 EG verzetten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.