NJ 2006, 389
Recht van consument die bedrieglijke reclame ontvangt, om schijnbaar gewonnen prijs in rechte op te eisen. Kwalificatie als verbintenis uit overeenkomst. Verbintenis uit onrechtmatige daad. Verbintenis uit door een consument gesloten overeenkomst? Voorwaarden voor toepassing van art. 5 sub 1 EEX-Verdrag.
HvJ EG 20-01-2005, ECLI:EU:C:2005:33, m.nt. P. Vlas
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
20 januari 2005
- Magistraten
C.W.A. Timmermans, C. Gulmann, R. Schintgen
- Zaaknummer
C-27/02
- Conclusie
A-G F.G. Jacobs
- Noot
P. Vlas
- LJN
AY5392
- JCDI
JCDI:ADS115805:1
- Vakgebied(en)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2005:33, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 20‑01‑2005
ECLI:EU:C:2004:414, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 08‑07‑2004
- Wetingang
Essentie
Art. 5 sub 1 EEX-Verdrag. Recht van consument die bedrieglijke reclame ontvangt, om schijnbaar gewonnen prijs in rechte op te eisen. Kwalificatie als verbintenis uit overeenkomst. Art. 5 sub 3 EEX-Verdrag. Verbintenis uit onrechtmatige daad. Art. 13, eerste alinea, punt 3 EEX-Verdrag. Verbintenis uit door een consument gesloten overeenkomst? Voorwaarden voor toepassing van art. 5 sub 1 EEX-Verdrag.
Samenvatting
De bevoegdheidsregels van het EEX-Verdrag (zoals aangepast) moeten aldus worden uitgelegd:
—
dat een rechtsvordering waarmee een consument krachtens de wetgeving van de verdragsluitende staat op het grondgebied waarvan hij woonplaats heeft, een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.