NJ 2000, 136
Merkenrecht. Geneesmiddelen. Parallelimport. Vervanging van merk.
HvJ EG 12-10-1999, ECLI:EU:C:1999:494
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
12 oktober 1999
- Magistraten
Rodríguez Iglesias, Moitinho de Almeida, Edward, Schintgen, Kapteyn, Gulmann, Hirsch, Jann, Wathelet
- Zaaknummer
C-379/97
- Conclusie
A-G Jacobs
- LJN
AC2681
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1999:494, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 12‑10‑1999
- Wetingang
Essentie
Merkenrecht. Geneesmiddelen. Parallelimport. Vervanging van merk.
Samenvatting
De voorwaarde van kunstmatige afscherming van de markten tussen de lidstaten, voortvloeiend uit de arresten van 23 mei 1978, Hoffmann-La Roche (102/77, Jurispr. blz. 1139), en 11 juli 1996, Bristol-Myers Squibb e.a. (C-427/93, C-429/93 en C-436/93, Jurispr. blz. I-3457), betekent, dat bij de beoordeling of een merkhouder zich op grond van het nationale recht ertegen kan verzetten, dat een parallelimporteur van geneesmiddelen het in de lidstaat van uitvoer gebruikte merk vervangt door het door de merkhouder in de lidstaat van invoer gebruikte merk, de omstandigheden in aanmerking moeten worden genomen die zich ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.